Nieuwe PISA-resultaten bevestigen opnieuw patronen die vaak opduiken in PISA-onderzoek: een grote kloof tussen leerlingen. Leerlingen in kwetsbare posities (zoals leerlingen met een andere thuistaal dan het Nederlands, leerlingen met een migratieachtergrond en leerlingen uit sociaaleconomisch kwetsbare gezinnen) scoren lager. De prestatiekloof tussen kansarme en kansrijke leerlingen is in Vlaanderen één van de grootste van alle OESO-landen.
De maatschappelijke uitdagingen en ongelijkheden waarmee kinderen en ouders met een migratieachtergrond geconfronteerd kunnen worden, vormen de kern van de prestatiekloof. Aftredend minister van Onderwijs Ben Weyts benadrukt het belang van het Nederlands op school en thuis. Terecht, blijkt ook uit het onderzoek. De nadruk hierop blijft echter te beperkend en vanuit weinig aandacht voor de meerwaarde en sterkte van meertaligheid. Tegelijkertijd moet de aandacht uitgaan naar taalarme leerlingen, die niet enkel bestaan binnen de groep van anderstalige leerlingen.
Dit mag echter niet leiden tot een stigmatisatie van en verantwoordelijkheid bij anderstalige gezinnen. De uitdagingen zijn veel groter en complexer dan dat. Socio-economische status, kansarmoede, beperkt sociaal netwerk, kennis van het onderwijssysteem en gezinsondersteuning zijn elementen die meegenomen moeten worden om de kloof te dichten.
In plaats van te wijzen op ouders en hun verantwoordelijkheden, rust zeker op het Vlaamse onderwijsbeleid de verantwoordelijkheid om die bestaande ongelijkheid doeltreffend en breed aan te pakken. Dat vereist gerichte aandacht voor de drempels die mensen met een migratieachtergrond ervaren op alle niveaus in het Vlaamse onderwijssysteem. Daarom formuleert LEVL hieronder enkele aanbevelingen om die uitdagingen aan te pakken.
- Zorg voor een intersectionele benadering: veel leerlingen in kwetsbare posities ervaren gekruiste problematieken. Het is belangrijk om obstakels hands-on en samen aan te pakken. Enkel focussen op één aspect en geen holistische aanpak hanteren zal minder effectief zijn in de strijd voor gelijke kansen.
- Zorg voor meer ondersteuning en professionalisering van onderwijspersoneel om de taalontwikkeling van meertalige kinderen doeltreffend te ondersteunen.
- Zet in op ouderparticipatie vanuit verbinding en niet vanuit sanctionerende maatregelen. Zo blijft het contact met ouders niet beperkt tot oudercontactmomenten of ouderraden.
- Zet in op het creëren van taalrijke omgevingen. Dat betekent dat elke omgeving en situatie benut kan worden om aan taalontwikkeling te werken, zoals bijvoorbeeld op de speelplaats, in de refter, of tijdens een uitstap. Een taalrijke en/of taalkrachtige omgeving is een omgeving waar interactie gestimuleerd en taalsteun geboden wordt.
- Benut de meerwaarde van diversiteit in het onderwijs.
> Meer aanbevelingen? Ontdek ze in ons memorandum.