Verschenen op woensdag 24 augustus 2022 in De Standaard.
Wanneer krijgen de praktijktesten eindelijk de plaats die ze verdienen in het beleid, vraagt Sarah Scheepers zich af. Een inbreuk op een mensenrecht mag niet onbestraft blijven.
Alle lokale praktijktesten die in Vlaanderen tot nu toe werden uitgevoerd, leggen discriminatie bloot. Zo schreef deze krant (DS 22 augustus). Toch promoot en subsidieert de Vlaamse regering dit bijzonder effectieve instrument alleen binnen een aanpak van meten, sensibiliseren en vrijblijvende actieplannen. Ondertussen laat ze haar inspectiediensten al jarenlang voortploeteren.
Nogmaals wordt duidelijk dat praktijktesten op zeer adequate wijze discriminatie aantonen. De vastgestelde discriminatiegraden verschillen naargelang van het onderzochte criterium en van de gemeente. Maar ze lopen voor bepaalde groepen en bij particuliere verhuurders soms op tot boven de 70 procent.
Die vele vastgestelde inbreuken op de antidiscriminatiewetgeving bleven helaas onbestraft. Want de Vlaamse overheid laat alleen toe dat praktijktesten academisch en sensibiliserend worden ingezet. De eigenlijke handhavingsdiensten moeten nog steeds roeien met de riemen van de klassieke onderzoeksmethodes. Die leveren zelden iets op.
Sensibiliserende praktijktesten blijven een druppel op een hete plaat
De meer dan 620 controles naar discriminatie op de arbeidsmarkt door de Vlaamse sociale inspectie sinds 2016 brachten slechts zes pro justitia’s op, oftewel pv’s die tot een strafrechtelijke veroordeling kunnen leiden. Dat is minder dan 1 procent. De Vlaamse arbeidsinspectie mag dan ook geen gebruikmaken van de nochtans academisch bijzonder verdienstelijke praktijktesten. Bovendien maken discriminatiecontroles slechts 3,5 procent uit van alle inspectiecontroles.
Belofte uit 2008
Wat de Vlaamse Wooninspectie betreft, zijn de cijfers nog onthutsender. Geen enkele keer werd discriminatie er gecontroleerd of vastgesteld. De inspectie is er simpelweg nog steeds niet toe bevoegd. Niet per toeval werd dit over het hoofd gezien met de regionalisering van de huurwet na de zesde staatshervorming. Én bij alle volgende decretale wijzigingen. Nochtans beloofde het gelijkekansendecreet van 2008 al dat de Vlaamse regering inspectiediensten zou aanwijzen die proactief zouden toezien op de goede naleving van het antidiscriminatiedecreet.
In mei verbeterde Brussel de enkele jaren geleden ingevoerde praktijktesten op de woonmarkt. Voortaan kan de wooninspectie proactieve praktijktesten uitvoeren en hiervoor derden inschakelen. Ook de federale regering maakte de in 2018 ingevoerde praktijktesten op de arbeidsmarkt performanter door toe te laten dat ze ook proactiever kunnen worden ingezet. In vergelijking met Brussel en het federale België hinkt Vlaanderen steeds meer achterop.
Het siert Vlaams minister van Gelijke Kansen Bart Somers (Open VLD) dat hij inzet op de lokale besturen om praktijktesten meer ingang te doen vinden. Maar het zet weinig zoden aan de dijk. Sensibiliserende praktijktesten blijven een druppel op een hete plaat. Discriminatie moet niet langer in kaart worden gebracht, het moet worden bestreden. Hoelang is het nog houdbaar dat de overheid massaal subsidies inzet om discriminatie vast te stellen zonder dat die vaststellingen worden gebruikt om te sanctioneren? Hoelang is het nog houdbaar dat de overheid subsidies inzet voor effectieve onderzoeksmethodes, terwijl haar eigen inspectiediensten die niet mogen gebruiken? In andere landen zoals Frankrijk en Zweden zijn gerechtelijke praktijktesten wettelijk erkend.
Discriminatie is een inbreuk op een mensenrecht en verdient een krachtdadig handhavingsbeleid. De weigering van de Vlaamse regering om wetenschappelijke innovaties te omarmen én te implementeren, is dan ook steeds onbegrijpelijker. Zeker voor de vele slachtoffers van discriminatie, op basis van origine, leeftijd, naam, geslacht of genderidentiteit, handicap of inkomen.
Oud nieuws
Dat elke tot nog toe uitgevoerde praktijktest op de arbeids- en woningmarkt discriminatie oplevert, heeft eigenlijk nauwelijks nieuwswaarde. Maar wie blijft ontkennen dat discriminatie structureel en alomtegenwoordig op de huur- en arbeidsmarkt is, kan voortaan tenminste worden weggezet als slecht geïnformeerd of zelfs als leugenaar en verspreider van fakenieuws.
En eigenlijk geldt hetzelfde voor wie blijft beweren dat praktijktesten niet efficiënt en effectief kunnen worden ingezet voor een handhavingsbeleid.