Ga naar de inhoud

Reportage | Diversiteit in de lerarenopleiding is bedroevend: ‘De angst voor de leraarskamer is groot’

Verschenen op woensdag 5/10/22 in de Knack.

Door Ann Peuteman

Amper 0,3 procent van het Vlaamse lerarenkorps heeft roots buiten de EU. Het begint bij negatief studieadvies, de genadeklap valt op stage in de leraarskamer.

‘Net nadat we samen een groepswerk over racisme hadden gemaakt, hoorde ik mijn medestudenten de meest racistische, vrouwonvriendelijke en islamofobe opmerkingen maken. Dat zijn dan de leraren van morgen. Het doet me twijfelen of ik dit beroep wel wil.’ Aan het woord is J., die aan een Vlaamse hogeschool een lerarenopleiding volgt. Ondertussen heeft ze besloten om toch maar haar diploma te behalen, maar daarna wil ze uitzoeken of ze in een andere sector terecht kan. Ze is niet de enige. Uit een onderzoek van de Vlaamse participatieorganisatie LEVL blijkt dat heel weinig jongeren met een migratieachtergrond voor een lerarenopleiding kiezen, én dat ze vaker afhaken of na hun afstuderen iets anders gaan doen.

In 2013 was 4,9 procent van de Vlaamse leerkrachten van buitenlandse herkomst. Tegen 2019 was dat opgelopen tot 6,4 procent. De meerderheid van hen komt uit een van onze buurlanden. Amper 0,3 procent heeft roots buiten de Europese Unie. ‘Dat is echt verontrustend’, zegt Raïssa Peeters van LEVL. ‘Met het oog op het grote lerarentekort kunnen we het ons niet veroorloven om zo’n groot potentieel te laten liggen. Bovendien herkennen leerlingen met een migratieachtergrond zich daardoor niet in het lerarenkorps. Een van de gevolgen is dat ze later ook niet geneigd zullen zijn om zelf voor een lerarenopleiding te kiezen.’

Andere thuistaal

Het begint bij het studieadvies in het secundair onderwijs. ‘Men geeft hen vaker de raad om naar het bso of tso te gaan. Daardoor is de kans kleiner dat ze daarna voortstuderen’, weet Peeters. ‘Als ze dat wel doen, krijgen ze haast nooit het advies om voor een lerarenopleiding te kiezen. Die studie wordt hun in veel gevallen zelfs afgeraden.’

Door de racistische uitspraken van mijn medestudenten twijfel ik of ik nog wel leerkracht wil worden.

Een moslimmeisje met een hoofddoek dat droomt van een carrière voor de klas krijgt dan bijvoorbeeld te horen dat ze nooit werk zal vinden in het onderwijs. Ook een andere thuistaal dan het Nederlands wordt als een barrière gezien. ‘Iemand die heel graag leerkracht economie wil worden en ook uitblinkt in dat vak, zal toch de raad krijgen om een andere studie te kiezen als hij niet zo heel goed is in Nederlands’, legt Peeters uit. ‘Nochtans kan die taalkennis altijd bijgeschaafd worden. Als dat al nodig is, want het is geen uitzondering dat jonge mensen op hun anderstaligheid worden aangesproken terwijl hun Nederlands eigenlijk heel goed is.’ Zo vertelt J. dat haar meertaligheid tijdens haar opleiding eerder als een hindernis dan als een meerwaarde werd gezien. ‘Ik moest extra lessen volgen, terwijl ik perfect Nederlandstalig ben’, zegt ze. ‘Alleen heb ik een Antwerps accent, zoals sommige andere studenten een West-Vlaams accent hebben.’

Geen veilige personen

Wat opvalt: het aantal mensen met een migratieachtergrond dat voor een lerarenopleiding kiest neemt licht toe, maar de groep die uiteindelijk voor de klas staat, groeit amper aan. Sommige slagen niet, andere haken af omdat ze zich niet op hun plaats voelen in de opleiding. De inhoud van het lesprogramma zou volgens hen nauwelijks gedekoloniseerd zijn en niet genoeg nadruk leggen op diversiteit. Het helpt ook niet dat zo goed als alle andere studenten wit zijn. ‘We zijn met vier mensen met een migratieachtergrond aan de opleiding begonnen, maar ik ben de enige die is afgestudeerd’, vertelt een oud-studente in het onderzoek. ‘Dat was erg demotiverend. Het voelde alsof de “veilige personen” in mijn opleiding wegvielen. Zeker tijdens de stages, toen ik veel microagressie meemaakte, had ik het gevoel dat ik niet bij mijn witte medestudenten of mijn stagementor terechtkon.’

Die stageperiode blijkt voor heel wat leerkrachten in spe een kantelpunt. ‘De angst voor de leraarskamer is groot’, legt Peeters uit. ‘Verschillende mensen getuigden dat ze daar de hele tijd werden geconfronteerd met stereotypen en vooroordelen over leerlingen met dezelfde achtergrond en religie als zij.’ Velen geven ook aan dat ze nergens met die bezorgdheden terechtkunnen. Niet bij de school waar ze stage lopen, maar ook niet bij hun stagementor.

Hoofddoek

‘De overheid heeft niet echt iets ondernomen om het schrijnende tekort aan diversiteit in het lerarenkorps aan te pakken’, zegt Raïssa Peeters. Daarom heeft ze voor LEVL een rapport met beleidsaanbevelingen geschreven dat later deze maand aan de Vlaamse regering wordt bezorgd. ‘Het is cruciaal dat hogescholen een divers personeelsbeleid voeren, en dat ze inspanningen leveren om mensen met een migratieachtergrond aan te trekken. Studenten van buitenlandse herkomst zullen zich er sneller thuis voelen als ze les krijgen van docenten die dezelfde achtergrond hebben. Daarom pleiten we ook voor een snelle erkenning van buitenlandse diploma’s. Daarnaast moet er een nultolerantie voor discriminatie, stigmatisering en racisme worden ingevoerd. Niet alleen in de school, ook op de stageplekken waar studenten terechtkomen.’

In het rapport wordt er ook voor gepleit om het dragen van levensbeschouwelijke tekens, zoals een hoofddoek, toe te staan en het onderwijsprogramma te dekoloniseren. Peeters: ‘Het volstaat niet om op de affiches waarmee reclame wordt gemaakt voor lerarenopleidingen ook mensen van kleur af te beelden. Zolang studenten met een migratieachtergrond zich er een vreemde eend in de bijt voelen, zal er niets veranderen.’