Open brief aan de VRT | Waarom het “n-woord” niet thuishoort op de website van een openbare omroep
Door Fatmagül Dinc en Stacey Ohiwerei (medewerkers media & beeldvorming en antiracisme)
Op 2 oktober publiceerde de VRT een artikel waarin het n-woord vermeld werd. Desondanks meerdere pogingen van LEVL om het woord uit het artikel te halen, weigerde de VRT dit te doen. De VRT-redactie koos ervoor om 20 woorden uitleg te plakken aan waarom ze het wel willen gebruiken dan om slechts enkele letters aan te passen. Hun reden was dat het om een directe quote ging en dat het daarom gerechtvaardigd was om het schadelijke woord te reproduceren in hun teksten.
Op 2 oktober ontving ik alarmerende berichten over het gebruik van het n-woord in een VRT-artikel. Als Directeur van LEVL, de belangenbehartiger van mensen met een migratieachtergrond, sprak ik hen hierop aan. Helaas was het antwoord teleurstellend.
– Kathleen Van Den Daele
Het gebruik van het n-woord door een openbare omroep is echter problematisch en heel schadelijk. “Het woord draagt een beladen geschiedenis van racisme en discriminatie, en roept pijnlijke herinneringen op aan een tijd waarin mensen op basis van hun huidskleur werden ontmenselijkt. Ze werden letterlijk gereduceerd tot de kleur van hun huid en gestript van alles wat hen mens maakt, namelijk hun autonomie, eigenheid en identiteit.”, aldus onze medewerker antiracisme Stacey Ohiwerei.
Een openbare omroep heeft de verantwoordelijkheid om een inclusieve en respectvolle communicatie te bevorderen. Het gebruik van dergelijke terminologie draagt niet bij aan een samenleving waarin iedereen zich gehoord en gerespecteerd voelt. Wanneer mediakanalen, zoals de VRT, dit soort taalgebruik toestaan en normaliseren, dragen ze bij aan een cultureel klimaat waarin racisme en uitsluiting kunnen gedijen.
Het is essentieel dat media een voorbeeldfunctie vervullen en daarom dus zorgvuldig omgaan met taal. Dat wil niet zeggen dat men geen fouten mag maken. Het gaat om wat men doet wanneer die gewezen wordt op die fout, meerdere alternatieven aangereikt krijgt en er niets mee doet. Dan klopt er iets niet en moeten we ons vragen beginnen stellen. Waarom verdedigt een redactie zo standvastig hun recht om zo’n woord toch te gebruiken? Waarom is er zoveel weerstand?
Streeft de VRT wel naar een maatschappij waarin elk individu met respect wordt behandeld, ongeacht hun achtergrond? En is de VRT-redactie zich bewust van de negatieve gevolgen op het mentaal welzijn van kinderen, jongeren en volwassenen van kleur? De openbare omroep moet een veilige ruimte creëren voor alle stemmen in de maatschappij en hun rol en impact serieus nemen. Door het gebruik van respectvolle terminologie kunnen ze namelijk bijdragen aan een positieve en genuanceerde beeldvorming en dialoog over mensen met een donkere huidskleur.